De afspraak was om 15.30. De chauffeur zei dat het geen nut had als hij zou wachten tot ik weer uit bespreking zou zijn. Met al dat drukke verkeer, zeker rondom Nevski Prospekt, zouden we het nooit halen om weer voor 17.00 op het consulaat te zijn. Hij liet me de dichtstbijzijnde metro zien en zette me af bij een groot transportbedrijf.
Het gesprek ging moeizaam en was inderdaad pas tegen vijven afgelopen. Aangezien ik om 19.00 weer een afspraak in de stad had, had het geen nut om eerst met het openbaar vervoer terug te gaan naar Vasili eiland. Maar gelukig hoef je je in Spb niet te vervelen, voldoende varianten om 2 uur door te brengen. En aangezien ik deze buurt, bij technologitsjeskaya, helemaal niet ken, was het met dit heerlijke weer (23 graden, licht briesjes. U weet wel, precies goed) voor de hand liggend om wat te dwalen. Naast elkaar staan er in deze wijk bouwvallige panden met vergane glorie. Zelfs de beschermingsnetten eromheen vallen er praktisch vanaf. Er naast statige, opgeknapte herenhuizen in een Italiaanse stijl en aan de overkant een typisch stalinistisch gebouw. Zo grauw, uitzichtloos, een blokkendoosconstructie van heb ik jou daar.
Mijn pad ging langs een grijs pand die een roze metamorfose onderging. Vijf ‘spinnen’ hingen al slingerend op verschillende hoogtes aan hun schommel. Twee touwen en een latje. En aan hun riemen twee emmers, die af en toe tegen elkaar kletterden. Ieder had zo zijn eigen tempo. Het zag eruit alsof ze het erg naar hun zin hadden daarboven.
Langzamerhand wilde ik wel weer eens richting Nevski zwerven en aangezien ik me al een echte Peterburger probeer te wanen loop ik in deze miljoenenstad zonder kaart rond. En mijn richtingsgevoel… Die laat nog nogal eens te wensen over. Daarboven op de eigenwijsheid en foute intuïtie vormen voor de benen een vermoeiende eigenschap. Mijn eerste reddende engel moest een krom getrokken vrouwtje worden. Een echt typisch Russisch oma’tje zoals je ze in alle beschrijvingen tegen komt. Een wrat op de wang, vlassige haren in een knotje weggestopt. Een fijn blauw- bloemetjesmotief soepjurk, ik denk dat het vergeetmenietjes waren. Witte sandalen met uiteraard geen blote voeten daarin, maar dikke lichtbruine kousenvoeten. (minstens denier 40). Zuchtend keek ze me aan. ‘ O, je zit helemaal fout. Je moet naar rechts en rechtdoor. Gewoon blijven lopen’. Aldus keeping on walking, zie ik een poosje nadat ik de hoek om ben aan mijn linkerhand een bekende kerk. Althans ik dacht hem van een eerdere zwertocht te herkennen. Een blauwe koepel, een kruis erop, een bordes……En als het ook echt de kerk was geweest, dat ik dacht dat het was, was het ook juist dat ik van route veranderde. Ik moest er alleen even omheen, een keer links en dan had ik er toch echt moeten zijn. Dommage, kom uit bij het begin van kanaal Gribojedova. Hier is een park met fonteinen en bruggetjes aangelegd. Twee vrouwen van middelbare leeftijd komen op me af. Ze hebben een Duitse kaart in de hand. Of ik niet kan zeggen waar ze nu zijn. Uiteindelijk hen hopelijk de juiste kant opgestuurd en voor mezelf tegelijkertijd ook weer een nieuwe route gevonden. Maar mezelf kende een check kan geen kwaad. Daarom vraag ik aan mijn volgende slachtoffer, een jongedame, wederom naar de Nevski, maar ditmaal gespecificeerd; de Kazankathedraal. De jongedame, waarschijnlijk jonger dan ik, haar manier van kleden en de hoeveelheid make-up verbergen haar leeftijd, heeft geen idee. Keurt me nauwelijks een blik waardig en loopt schouderophalend verder. Meteen komen er twee meisjes op me af. Ze hadden gezien dat ik wat had gevraagd en dat ik toerist ben en enthousiast begonnen ze in hun net geleerde engels te vragen wat ik zoek. Ik, om het hun makkelijker te maken praat in het Russisch. Zij, om het mij ‘makkelijker’ te maken in het Engels. ‘O yes, You go good. Just straight. But it’s a big walk. Very big.’ Ik moet echt verder dus schud de meisjes gehaast van me af. De meisjes rennen meteen af op een volgend slachtoffer. Een stukje verder zie ik op de hoek een groenten en fruit kraampje staan. Als ik het nader, vermengt de geur van uitlaatgas zich met overrijpe aardbeien, perziken en dille. Ik stel weer dezelfde vraag. Verontschuldigend lacht de verkoopster naar me en ze zegt in plat Russich dat zij elke ochtend vroeg bij dit kraampje gedumpt wordt en ’s avonds laat weer opgehaald. Ze heeft er geen begrip van waar ze zelf is. ‘Kind, ik weet niet eens hoe de straten op deze hoek heten.’ Samen kijken we naar het bordje: De straat van de Dekabristen. Meteen gaat er bij mij een belletje rinkelen. Natuurlijk: immer gerade aus. Kan niet missen.
vrijdag 7 juli 2006
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten