zondag 24 augustus 2008

Poka poka! (Voor nu tot ziens)


Eigenlijk had ik nog zoveel willen schrijven over Sint Petersburg. Ik ben nog lang niet uitgeschreven.
Voor me liggen de bewijzen. De ruwe beginselen uit letters en woorden. Verhalen in een notendoop, die niet de tijd hebben gekregen om te ontstaan. Sporen op programmaboekjes, kassabonnetjes, servetten, kauwgomwikkels, museumkaartjes, enveloppen. Papier dat ter plekke was om de eerste indruk te vereeuwigen, om de gedachte niet te verliezen, om de juiste link te leggen. Zoveel woorden. Over Russen. Over rijen. Over Do en Don’t do this in Russia. Over hilariteit en treurigheid. Over waarom. Bijvoorbeeld -waarom heeft het o zo befaamde Mariinskij theater zo’n lelijk plafond. Al bloggend wilde ik nog een reisgids voor Sint Petersburg samenstellen. Ervaringen delen.
Nog lang niet uitgeschreven, maar aan mijn Petersburgse verblijf is een einde gekomen.Er wachten nieuwe uitdagingen in de zusterstad Rotterdam, mijn nieuwe thuishaven.
En wat er met de ongeboren verhalen gebeurt?
Wie weet bundel ik ze ooit eens.

Vanaf 11 juli 2009 hou ik een nieuwe blog bij genaamd Lija in Tbilisi & Batumi over mijn belevenissen in Georgiƫ.

Naar verwachting zal ik in november 2009 weer even in Sint Petersburg zijn.

woensdag 6 augustus 2008

Opklaphak

Opeens had ik ,mijnsinziens, een geniaal idee. Ik sla al een lange tijd met bewondering Russinnen gade, die op hoge hakken, stiletto’s en pumps voortschrijden. Zo sierlijk, panterachtig vrouwelijk. En als er weer een mooi exemplaar voorbij trippelt, denk ik- dat wil ik ook. Maar loop ik een winkel binnen, en pas ik een mooi ogend paar, dan kan ik me met moeite staande houden. Oefening baart kunst, dus daaraan wennen moet lukken. Ik kijk in de spiegel en zie mijn voet in zo’n muiltje. Ik ben zielsgelukkig, net een prinsesje. Ze zitten prachtig. Maar dan bedenk ik me dat ik me ermee moet kunnen verplaatsen. Behalve dat ik er rugpijn van krijg, kan ik nauwelijks mijn evenwicht bewaren. Hierdoor loop ik als een zoutzak. Nul elegantie. Foetsie charme.
En toen kwam dus, mijnsinziens, mijn geniale idee.

EEN OPKLAPHAK

Jawel, dames en heren, een o zo simpele oplossing voor boven beschreven probleem. Als je een eind moet lopen, klap je de hak in en heb je een platte zool. Sta je ergens te pronken, dan uiteraard hoog gehakt. Wie mooi wil zijn, hoeft dan helemaal niet pijn te lijden. Het is me alleen nog niet gelukt om het technisch helemaal uit te werken, dus daarvoor moet ik nog opzoek naar hulp. Wie helpt me met de uitwerking? Maar als het lukt, vragen we patent aan. Het zal een gat in de markt zijn. Zeker een gewild item voor de praktische Nederlandse vrouw. Twee schoenen in een. Een unicum. En zelfs op google is er nog iets over te vinden. Opklaphak heeft voorlopig nul hits, maar na deze blog in elk geval 1.

Te gastvrij

Het was een lange en uitputtende nacht. Een nacht van kraken en woelen. In de hoek een robuste staanklok. Getik, elke seconde luider. De lucht ijl en tevens benauwd. Chroetsjovflat vijfde verdieping in een drie-kamerappartement. Ik lag daar op mijn rug. Midden in de woonkamer. Stil te wezen. Zelfs te diep ademen was fataal. Een kleine trilling van mijn lichaam zou het scharnier wederom in werking stellen. Scharnieren, die op mijn botten drukten. Scharnieren ongesmeerd, piepend en kreunend van sovjetmakelij.
Ik hield het niet langer meer uit; er moest een einde aan komen. Nog een keer de scharnieren in werking zetten. Vurig hopend dat de sirene niet aanslaat, sluip ik op mijn tenen naar de gang. Het parket kraakt. Nog twee stappen. De loshangede deur. Ik trek de deur zo stil mogelijk achter me dicht. Hij zwaait terug open. Een stap terug en poging twee. Veel gekraak. Teveel gekraak. Boze Russen komen in het donker op me af. De sirene is afgegaan a.k.a eenjarig kind. ‘ We konden je wel wurgen, wat een kabaal. We hadden nog zo gezegd, geen geluid. Daar wordt de peuter wakker van. Nu moeten we haar geruststellen. De komende 40 minuten moet je in de keuken blijven. Anders valt ze niet in slaap.’
Aldus bracht ik de woensdagnacht door op een krukje in de keuken en doodde ik de tijd met Truman Capote en Jaws.Verlangend naar mijn eigen bedje. Niet naar de slaapbank, of beter- het spijkerbed, achter het dunne wandje. Daarbij durfde ik de piepende deur en het krakend parket niet meer te trotseren. Hoe was ik hier eigenlijk verzeild geraakt? Ik meen mij te herinner dat ik te gast was voor het diner. O ja, de gastvrouw liet me niet gaan. ‘ Blijf toch hier slapen. Kijk, de bank is in een mum van tijd een lekker bedje [ik vraag me af of ze er zelf weleens op geslapen heeft]’ ‘Nee, dank je. Ik ga over een uurtje maar eens op huis aan. Vier haltes met de metro en ik ben voor eleven thuis.’ ‘Doe niet zo gek, ik pak vast de lakens voor als je je bedenkt. Straks als de kleine slaapt kan dat namelijk niet meer.’ ‘ Bedankt voor de gastvrijheid, maar ik slaap echt liever thuis. Alles lekker bij de hand –tandenborstel enzo.’ ‘ O, ik heb altijd extra tandenborstels voor gasten, dus dat is geen probleem. Kijk. En hier een t-shit, voor als pyjama.’ Ik zat klem. Ze liet me gewoon niet gaan. En zo werd het een lange en uitputtende nacht.