zaterdag 28 januari 2006

Dag 2

Langzaam ontwaak ik uit een diepe slaap. Ik staar naar een plafond van 4 meter hoog. Door de muren heen hoor ik een zware mannen stem en achtergrond muziek. Dat is de tv. Die staat met halve dagen aan. Op de binnenplaats is het gebrom van opstartende auto’s te horen. Honden blaffen.

Hoe ben ik hier beland?. Het begon met het uitzwaaien op Schiphol. De roltrap leidt naar de eerste verdieping, waar vertrekhal twee te vinden is. Bovenaan de roltrap staan Mikel, Wijnand en Esther me op te wachten. Leen, Jeanne en E* staan nog onderaan.

Eerst maar eens van mijn bagage af zien te komen. En daarvoor heb ik een boardingpas nodig. Eens kijken of de op A4 geprinte tekens echt als een ticket dienen. In de computer voer ik een code in en mijn naam. Nog een paar vragen beantwoorden als: “U heeft niets op het vliegveld aangenomen om mee te vervoeren?” Boeken en scheurkalender reken ik daar niet onder, dus druk ik op NEE. De boardingpas wordt geprint en ik ben klaar om naar de incheckbalie te gaan. Op de weegschaal staat 23,6. Met mijn meest onschuldige stem zeg ik: “O, nee het is toch te veel.” De steward kijkt me aan en zegt: “Nee, kan net zo.” Tot ziens bagage, tot in St. Petersburg. Om 10.20 wordt ik verwacht bij gate d41. Tijd voor een kopje koffie met de anderen zat er misschien nog wel in, maar stel je voor dat het vliegtuig zonder me vertrekt. Geen denken aan. Dus het moment voor afscheid was daar. Omdat het per slot van rekening toch maar om 100 dagen gaat, zijn tranen en dramatisch gedoe nergens voor nodig. Nog een laatste omhelzing, een zoen en ik stap richting de douane. Mijn paspoort wordt nauwelijks een kwartminuut tijd waard gevonden. Ik loop door. Draai me nog even om en zwaai. Ik merk dat er toch een klein traantje in mijn ooghoek zit, maar dat is het vermelden eigenlijk niet waard. Ik loop de tax-free zone in en struikel zowat over een ex-Erasmiaan. Maar goed, ik moest koffie hebben. Dus eerst maar eens dit zwarte goedje zien te vinden. En als je al koffie nippend van het uitzicht over arriverende en vertrekkende vliegtuigen zit te genieten, gaat de tijd snel en moest ik me voor ik kon gaan shoppen al naar de gate begeven. Ik hoopte nog een krant te kunnen pakken, maar daar doet KLM kennelijk niet aan. En ook niet aan een maaltijd aan boord. Daarvoor in de plaats trakteren ze je op twix en mars. Ik zat naast het raam, boven de vleugel. In het begin genoot ik van het gestructureerd en gebloqte Nederland. De kust en de waddeneilanden, maar na een half uur begon het me te vervelen en hield mijn topografische kennis ook op. Na wat gelezen te hebben, begon ik toch wel geinteresseerd te raken in mijn medepassagiers. Omdat er stoelen over waren, deelde we met zijn tweeen drie plekken. Heerlijk wat extra beenruimte. De meneer rechts van me bleek de vice-rector van de Herzen Universiteit te zijn. Hij had gestuurd aan de FilFak, waar ik ook ga studeren en was gespeciliseerd in de Russische cultuur. Hij had net een leerboek geschreven, die als handleiding zou gaan dienen op Amerikaanse universiteiten. Wat een toeval. Mijn netwerk uitbreiden begon dus al in het vliegtuig, wie had dat gedacht.

In St. Petersburg was het –2.7 toen ik landde. Met het hondeweer valt het voorlopig dus nog wel mee, daar juist vandaag het jaar van de hond is begonnen. Met een chagerijnig gezicht, zoals alle Russen hier rondlopen, liep ik voorbij de doune. Niets geen goedemorgen of lachen, anders zou ik veel ste veel opvallen. De bagageband ging al draaien en het is altijd even spannend of je spullen niet per ongeluk naar Cuba zijn gevlogen. Maar beide koffers hadden het gehaald. En zo liep ik het vliegtuig uit, op naar St. Petersburg stad. Op naar de Neva. Op naar de musea. Op naar de theaters. Op naar de Wodka. En op naar 13 linea, dom 20, kb 104!

Geen opmerkingen: