dinsdag 17 juli 2007

De grens

In mijn leven heb ik al heel wat grenzen gepasseerd. Figuurlijke en letterlijke. Bij de denkbeeldige grenzen was het achteraf altijd wel duidelijk: dit was een hele stap, deze periode zal een grens vormen met de vorige. Maar landgrenzen merkte ik eigenlijk nooit zo op. In de auto op vakantie naar Frankrijk, reed je wel langs lege douaneposten, maar een afbakening, een delende lijn zoals op een geografische kaart, was niet te zien.
Om zo goedkoop mogelijk in Sint Petersburg te belanden, had ik een vliegticket naar Helsinki en vandaar was ik met de trein Sint Petersburg binnengereden. De terugweg kon nog goedkoper: met de bus. De bus vertrok om 23 uur. Om 02:06 op 16 juli voel ik voor het eerst wat een grensovergang inhoudt. De bus passeert kilometers stilstaande vrachtwagens en stop bij een hefboom. Een grensbewaker stapt de bus in en controleert de paspoorten. Vervolgens volgt er een 30 kilometer zone van een kilometer of 5. Geen verlichting, alleen schemer en met prikkeldraad afgeschermde donkere bossen. De bus passeert weer een rij vrachtwagens en nu ook personenwagens. Bij de volgende dubbele hefbomen houdt de bus weer halt. Iedereen moet eruit. In een groep worden we de douanepost binnen geleid. Als ik de houten hokjes onder neonverlichting en de norse douaniers zie, bekruipen mij gevoelens van onrust. Zeker na het recent lezen van het boek ‘De Vliegeraar’ van Khaled Hosseini waarin de Russen zich schandelijk gedroegen bij de grensovergang. Voor mij is er geen teken van beweging en achter mij ook niet. Ik zit vast. Na enkele minuten komt er uit het hokje een indiaans uitziende man, hij mag er niet door. Een luide “prochodite” (loopt verder) klinkt en de rij komt in beweging. Het duurt niet lang meer en ook ik verdwijn in een hokje. “Paspoort”, twee ogen op mij gericht. Ze dwalen van de gegevens in het paspoort naar mij. Dan klinkt de verlossende klik van het stempelapparaat. Ik heb mijn stempel! En mag verder lopen. Maar niet alle passagiers mogen zo makkelijk doorlopen en dus moet ik in dezelfde ruimte blijven wachten, weliswaar aan de andere kant van het hokje. In de verte lonkt in het ochtendgloren de ‘veilige kant’. Daar is Europa, daar kan me niets meer gebeuren, schiet er door mijn hoofd. Heel vreemd. Ik heb de Sovjet Unie nooit meegemaakt, doe niets illegaals en ben nota bene de taal machtig. Toch voel ik mij niet op mijn gemak. Ik voel me hulpeloos en afhankelijk van de toorn der douaniers. Om 02:53 wordt de reis vervolgd en komen we langs de laatste Russische controle post. Wederom moet het paspoort getrokken worden en dit keer wordt er op de stempel gecontroleerd. De hefbomen gaan open en we passeren de grenslijn. Eindelijk kan ik me ontspannen, want de volgende post die we bereiken is die van de Finnen. En daar zal ik als Europeaan warm worden verwelkomd.

P.s. De Russische medepassagiers hadden het bij de Finnen een stuk zwaarder te verduren, want de Finnen wilde precies de reden voor bezoek weten, de lengte van verblijf en de te bezoeken plekken. Ze wantrouwden en controleerden dubbel. Hierdoor duurde deze grenscontrole bijna net zo lang als de eerste.

2 opmerkingen:

Anoniem zei

Ha Lija, je blog ziet er goed uit!
Hij is nu ook direct op te vragen via www.hollandcentraal.nl/volna!
Groetjes
Frans

Anoniem zei

Privet Lija,

Ben je al naar Tallin geweest? Ik dacht dat ik de Europese Unie toen weer inreed... :-)
Roel en ik hebben plannen om volgend jaar mei/juni naar Piter af te reizen.
Ben benieuwd hoe het met je werk gaat!!

Do skoro,
Lindasjka