donderdag 16 februari 2006

De Russische gezondheidszorg

Al een poosje heb ik last van een rode jeukende plek op mijn wang. In Nederland ermee naar de huisarts, met de vraag of ik doorverwezen kon worden naar een dermatoloog. “Nee, eerst zal ik zelf wel even kijken wat het kan zijn.”En zo twee middeltjes verder had ik het idee dat het over was. Nu in Rusland is het weer teruggekomen op dezelfde plekken. Dit tot grote ongerustheid van mijn oma en haar kennissen. Om ieder, inclusief mijzelf, gerust te stellen ben ik ermee akkoord gegaan om hier naar een dermatoloog te gaan. Mijn oma had nog wel een vriendin, wiens man nog wel een professor in de dermatologie kende. En zo belandde ik dus in de kamer van prof. Micheev. Ik moest hiervoor naar de medische faculteit, een gigantisch complex met 48 gebouwen. Sommige goed onderhouden, andere erg bouwvallig. In het gebouw van huidziektes werden college’s gegeven, was een kliniek en hield elke docent en professor in zijn kabinet ook nog eens praktijk. Bij binnenkomst moest ik mijn jas bij de garderobe afleveren en blauwe beschermhoesjes om mijn schoenen doen, om het binnen zo steriel mogelijk te maken. Zoals een professor siert, kwam hij 15 minuten te laat. Een al wat oudere man. Hij mumpelde onophoudelijk en onderbrak mij voordurend, niet om vragen te stellen maar om mij woorden in de mond te leggen. “Zo je bent dus een roodharige, en kan niet tegen de zon. Verder heb je hier dus al jaren last van en ben je ook allergisch voor citrusvruchten en chocolade.” Wow, dat was nogal een redenering. Een redenering waar niets van waar kon zijn. Ik keek met verschrikte ogen om heen, naar mijn weten had ik me erg duidelijk uitgedrukt. Ik probeer opnieuw te vertellen dat ik in Nederland al naar de huisarts ben geweest, stom! Ik kreeg een hele tirade over me heen hoe wij-westerlingen- met ons gezondheidsbeleid de hele zorgverlening verpesten. En dat de Russen dat straks ook over zullen nemen. zodat het niet meer mogelijk zal zijn om direcet bij een dermatoloog aan te kloppen. “Hoe kan een huisarts nou iets over jouw huid weten, terwijl ik al 40 jaar praktijkervaring heb.” Slik. Het volgende moment werden mijn keel, buik, borst en rug onderzocht. Al mompelend begint de professor met een nieuwe diagnose. “Ik begin altijd met de ergst denkbare diagnose, als ik die heb uitgesloten, dan ga ik verder kijken. Ik denk nu dat je …….. hebt.”Om het voor mij te verduidelijken pakt hij er een leerboek bij en laat mij een gezicht zien, dat nauwelijks meer op een gezicht lijkt. Het komt op mij meer over op een mengsel tussen een catastrofe, vechtpartij en Joesjenko vergiftiging. “Maar je zit pas in de debutfase, het begin.” Terwijl hij dit zegt loopt hij zijn kabinet uit. Ik zit daar oncomfortabel op een stoeltje in het kabinet van een verstrooide professort. Het kabinet bestaat uit een bureau met daaraan een lange tafel, waar 8 plastic stoeltje omheen staan. Aan de muur hangen vergeelde medische kaarten en in de boekenkasten staan boeken die van ouderdom en gebruik bijna uitelkaar vallen. Hij komt terug met twee collega’s. Ook die beginnen mijn gezicht af te tasten en allerlei enge ziektes op te noemen. Het lijkt wel of heel mijn gezicht fout is. De professor schrijft een -things to do list -uit. Er staan 5 stappen op, waaronder allerlei analyses. Als ik al die stappen heb opgevolg moet ik maar weer terug komen en tot die tijd mag ik absoluut niet in de zon lopen. En dat ik dat opwellende traantje maar snel moet laten verdwijnen, het is het einde van de wereld niet.
Verbaasd, geschrokken en vernederd besluit ik toch maar naar gebouw 41 te gaan om mijn bloed af te geven voor een immunologische analyse. In de deuropening licht een hoopje hond. De hond was voor medische proeven gebruikt en mag nu zijn oude dag in de deuropening van zijn ‘genezers’ doorbrengen. Een sprankje licht, de zusters waren gewoon aardige vrouwen en niet van die gezette onverzorge bebaarde vrouwtjes die nukkig en zonder geduld handelingen verrichten. En tot grote opluchting werden hier, wat niet betekent dat het overal in Rusland zo is, eenmalige naalden gebruikt. Op de terugweg in de onwelriekende metro, staande tussen allemaal bemutste mensen, realiseerde ik me dat ik nooit voor altijd in Rusland wil gaan wonen. En hoeveel gemomper er ook is over onze hollandse gezondheidszorg, ik ben blij dat het er is.

Geen opmerkingen: